Tempeh met satésaus
Goed tempeh bereiden is voor veel mensen een dingetje. Als je het niet goed doet, kan tempeh gewoon vies zijn. Onze tip: gebruik goed verse tempeh, wees niet bang om veel olie te gebruiken, en zorg dat je de tempeh niet te groot snijdt. Tamari, knoflook, gember en andere smaakmakers gebruik je in dit recept pas ná het bakken van de tempeh. Op die manier bak je de stukjes tempeh mooi goudbruin. Tempeh marineren en dán opbakken werkt in onze ervaring minder goed, omdat de kruiden en sausjes dan sneller verbranden bij het bakken.
Die kruiden zijn overigens wél cruciaal. Vergeet vooral de ketjap manis niet! Natuurlijk is de vegan satésaus in dit recept ook belangrijk. In tegenstelling tot de tempeh kun je aan dit satésaus recept niet zoveel fout doen. Zelf satésaus maken is top, want zo weet je precies wat erin zit. Geen smaakversterkers, verdikkingsmiddelen en andere onnodige ingrediënten. En de smaak? Die is echt zóveel beter dan satésaus uit een pot. De enige tip die we hebben: zorg dat je de saus niet te hard laten koken, want het kookt snel in.
Zo maak je het
- Snijd de tempeh in blokjes van 1x1 cm.
- Verhit 4 eetlepels kokosolie in een koekenpan of wok. Bak de tempeh in ca. 5 minuten goudbruin en knapperig. Zet apart omde tempeh krokant te houden.
- Snijd de sjalotjes, knoflook en peper heel fijn. Rasp de gember. Verhit 2 eetlepels kokosolie in de pan. Voeg de sjalotjes, knoflook, peper en gember toe en bak 3-5 minuten. Voeg als het aanbakt een minibeetje water toe.
- Voeg de ketjap en gebakken tempeh toe en bak ca. 5 minuten.
- Maak de satésaus vlak voor je de maaltijd gaat serveren. Doe alle vier de ingrediënten in een steelpannetje en verwarm tot het de consistentie heeft van (dikke) saus.
- Serveer met rijst en salade. Top met gebakken uitjes.
