Wokken draait om snelheid en eenvoud. Alles gaart in korte tijd op hoog vuur. Je snijdt de groente, bakt het kort, voegt een saus toe en klaar. Geen ingewikkelde recepten, geen bergen afwas. Je kunt eindeloos variëren met wat je in huis hebt en hoeft weinig voor te bereiden. Fijn als je snel wilt koken, plantaardig eet of gewoon geen zin hebt om lang in de keuken te staan.
Veel meer dan je denkt. Behalve de klassieke roerbak kun je in een wok ook:
De wok is een alles-in-één pan voor snel koken!
De smaak zit ‘m in de saus. En daarin heb je veel keuze. Je kunt een woksaus gebruiken die al klaar is, zoals:
Protip: Voeg je saus pas aan het eind toe. Sauzen met suiker (zoals hoisin of teriyaki) verbranden snel op hoog vuur. Zet daarom het vuur even laag voordat je de saus erbij doet. Laat de pan iets afkoelen en bak dan kort mee. Zodra de saus begint te plakken aan je groente of tofu, heb je je doel bereikt.
Wokken is niet moeilijk. Ook zonder kookskills kun je goed wokken. En als je deze ‘regels’ eenmaal kent, kun je alles maken.
Wokken werkt omdat je niet hoeft te plannen. Je kijkt wat je hebt, je hakt wat groente, je wokt het met een saus, klaar. Dat maakt het perfect voor doordeweeks, na werk, met kinderen, met restjes of als je gewoon snel wilt eten. En hoe vaker je het doet, hoe makkelijker het gaat.
Wokken lijkt simpel, en dat ís het ook. Toch is het wel handig als je een paar basisregels volgt. Het verschil tussen een soppige pan groente en een geurige, knapperige wokmaaltijd zit ‘m vaak in kleine dingen. Denk aan volgorde, temperatuur, de juiste olie of het moment waarop je de saus toevoegt.
Dit zijn onze beste tips en belangrijkste wokregels. Volg je die, dan zit je altijd goed. Of je nu tofu met hoisin maakt of een snelle curry met kokosmelk.